Briggs & Stratton 540000 Outboard Motor User Manual


 
67
nl
Kenmer
k
en en bedieningen
Vergelijk de afbeelding
1
met uw motor om Uzelf vertrouwd te maken met de plaats
van de diverse kenmerken en bedieningen.
A. Motoridentificatie
Model Type Code
B. Bougie
C. Luchtreinigingsfilter, cyclonisch
D. Luchtreinigingsfilter, laag profiel
E. Peilstok
F. Olievulopening
G. Oliefilter
H. Olie aftapplug
I. Oliedruksensor
J. Vingerbeschermer
K. Elektrische starter
L. Startrelais
M. Regelaar/gelijkrichter
N. Carburateur
O. Oliekoeler (optie)
P. Uitlaat (optie)
Q. Brandstofpomp
R. Startschakelaar *
S. Gasregeling *
T. Chokeregeling *
U. Brandstoffilter (optie)
* Sommige motoren en machines hebben afstandsbediening. Kijk in de betreffende
handleiding voor de locatie en de bediening van de afstandsbediening.
Wer
k
ing
Oliecapaciteit (zie het Specificaties hoofdstuk)
Aanbevolen olie
Wij bevelen voor de beste prestaties het gebruik aan van Briggs & Stratton Warranty
Certified olie. Andere hoogwaardige detergerende oliesoorten zijn aanvaarbaar als ze
zijn SF, SG, SH, SJ of hoger zijn geclassificeerd. Geen speciale additieven gebruiken.
De juisteolieviscositeit voor demotor wordt bepaalddoor debuitentemperaturen. Kijk op
de overzichtstabel en kies hieruit de beste viscositeit voor de verwachte
buitentemperaturen.
SAE 30
10W-30
Synthetisch 5W-30
5W-30
°F °C
* Wordt SAE 30 olie gebruikt bij temperaturen onder 40°F(4°C), dan leidt dat tot
startproblemen.
** Het gebruik van 10W-30 bij temperaturen boven 80°F(27°C) kan leiden tot
verhoogd olieverbruik. Controleer het oliepeil vaker.
Olie peilen/bijvullen - Fig.
2
Voordat de olie bijgevuld of gecontroleerd wordt
Plaats de motor waterpas.
Reinig rond de olievulopening.
1. Verwijder de peilstok (A) en veeg deze af met een schone doek (Fig. 2).
2. Installeer de peilstok en draai deze vast.
3. Verwijder de peilstok en controleer het oliepeil. Het moet tot de bovenkant van de
“full” markering (B) op de peilstok zitten.
4. Indien laag, langzaam olie bijvullen via de olie vulopening van de motor (C). Niet
overvullen. Wacht een minuut na het bijvullen van olie en controleer dan opnieuw
het oliepeil.
5. Breng de peilstok weer aan en draai deze vast.
Oliepeilcontrolesysteem (indien aanwezig)
Sommige motoren zijn voorzien van een sensor voor het oliepeil. Als het oliepeilte laag
is schakelt de sensor een waarschuwinglampje in of schakelt de motor uit. Schakel de
motor uit en voer de volgende stappen uit voordat u de motor weer start.
Zorg ervoor dat de motor waterpas staat.
Controleer het oliepeil. Zie hiervoor het hoofdstuk Hoe controleren/Olie bijvullen.
Als het oliepeil te laag is vult u de juiste hoeveelheid olie bij. Start de motor en
controleer of het waarschuwingslampje (indien aanwezig) niet gaat branden.
Als het oliepeil niet te laag is mag de motor niet gestart worden. Neem contact op
met een officiële Briggs & Stratton-dealer om het olieprobleemte laten herstellen.
Brandstof Aanbevelingen
Brandstof moet aan deze voorwaarden voldoen:
Schone, verse,loodvrije benzine.
Een minimum octaangetal van 87/87 AKI (91 RON). Zie hieronder voor gebruik op
grote hoogten.
Benzine met tot 10% ethanol (gasoline) is aanvaardbaar.
VOORZICHTIG: Gebruik geen niet-goedgekeurde benzine zoals E15 en E85. Meng
geen olie door de benzine of modificeer de motor niet voor gebruik op alternatieve
brandstoffen. Het gebruik van niet-goedgekeurde brandstof zal motorcomponenten
beschadigen en de motorgarantie ongeldig doen maken..
Meng om het brandstofsysteem tegen het vormen van gom te beschermen een
brandstofstabilisator door de brandstof. Zie Opslag. Alle brandstof is niet hetzelfde.
Wanneer start of prestatieproblemen optreden,verander danvan brandstofleverancierof
-merk. Deze motor is gecertificeerd om te werken op benzine. Het
emissiebeheersingsysteem van deze motor is EM (EngineModifications).
Grote Hoogten
Bij hoogten boven1524 meter is een minimum octaangetal 85/85 AKI(89 RON) benzine
acceptabel. Om aan emissievoorschriften te voldoen, is aanpassing aan grote hoogten
noodzakelijk. Gebruik zonder deze aanpassing zal resulteren in verminderde prestaties
en toename van emissies. Raadpleeg een geautoriseerde Briggs & Stratton Dealer voor
informatie over aanpassing voor grote hoogten.
Gebruik van de motor onder762 meter met een set voor gebruik op grote hoogtenwordt
niet aanbevolen.
Brandstof bijvullen - Fig.
3
WAARSCHUWING
Brandstof en zijn dampen zijn uiterst brandbaar en explosief.
Brand of explosie kunnen ernstige brandwonden of de dood
veroorzaken.
Bij het toevoegen van brandstof
Zet de motoruit en laatdeze tenminste 2minuten afkoelen voordatde
tankdop verwijderdwordt.
Vul de brandstoftankbuitenshuis of in eengoed geventileerdeomgeving.
De brandstoftank niet te vol gieten. Om de benzine de ruimte te geven om te
kunnen uitzetten, de tank niet tot boven de bodem van de tanknek vullen.
Houd allebrandstofweg vanvonken, openvlammen, waakvlammen,hitteen
andere ontstekingsbronnen.
Controleer brandstofslangen,tank, dop enfittingen regelmatig op barsten of
lekken. Zonodigvervangen.
Indien brandstof gemorst wordt, wachtentot deze verdampt is voordat de motor
gestart wordt.
1. Reinig het gebied rond de tankdop. Verwijder de tankdop (A,Fig.3).
2. Vul de brandstoftank (B) met brandstof. Vul niet tot boven de bodem vande
brandstoftanknek om uitzetting van de brandstof te compenseren (C).
3. Installeer de tankdop weer.
De Motor Starten - Fig.
4
WAARSCHUWING
Brandstof en zijn dampen zijn uiterst brandbaar en explosief.
Brand of explosie kunnen ernstige brandwonden of de dood
veroorzaken.
Bij het starten van de motor
Zorg ervoordat bougie,uitlaat, tankdop enluchtfilter (indiende motorhiermee is
uitgerust) op hun plaats zitten en stevig vast zitten.
Torn de motor niet indien de bougie verwijderd is.
Wanneer de motor “verzopen” is, plaats de choke (indien hiermee uitgerust) in
de stand OPEN/”RUN”(=aan), beweeg de toerentalbediening (indien hiermee
uitgerust) naar de “fast” (=volgas) positie en torntot de motor start.
Not for
Reproduction