A SERVICE OF

logo

10
Nederlands
Het uitvoerniveau van de subwoofer
wijzigen
Als u de subwoofer hebt geregistreerd d.w.z. de optie “YES” hebt
gekozen voor de vermelding “SUBWOOFER” (zie pagina 11), is het
mogelijk om het uitvoerniveau van de subwoofer aan te passen.
Als u een aangepast uitvoerniveau hebt opgegeven, wordt die door
de ontvanger in het geheugen bewaard.
Voordat u begint...
Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de
onderstaande stappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat
u klaar bent, moet u bij stap 1 beginnen.
Wanneer de luidsprekers aan de voorzijde allemaal zijn ingeschakeld,
kan het niveau van de subwoofer niet worden aangepast.
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1. Druk herhaaldelijk op de toets
ADJUST tot de vermelding
“SUBWFR LEVEL” op de display
wordt weergegeven.
Op de display wordt nu de huidige instelling weergegeven.
2. Druk op de toets CONTROL
UP 5/DOWN om het
uitvoerniveau van de subwoofer
aan te passen (van +10 dB tot
–10 dB).
Met de afstandsbediening:
1. Druk op de toets SOUND.
De cijfertoetsen treden in werking voor het
wijzigen van het geluid.
2. Druk op de toets SUBWOOFER
+/– om het uitvoerniveau van de
subwoofer aan te passen (van
+10 dB tot –10 dB).
Het invoersignaal dempen
Wanneer het invoersignaal van de afspeelbron te sterk is, treedt er
vervorming op. Als dit het geval is, dient u het invoersignaal af te
zwakken zodat de vervorming van het geluid verdwijnt.
Als u een aangepast uitvoerniveau hebt opgegeven, wordt die door
de ontvanger in het geheugen bewaard.
ALLEEN op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
Druk op de toets INPUT ATT zodat
de indicator INPUT ATT op de
display oplicht.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt
de dempingsfunctie ingeschakeld (“INPUT ATT
ON”) of uitgeschakeld (“INPUT NORMAL”).
L
SPK INPUT ATT
ANALOG
R
L
SPK
ANALOG
R
Opmerkingen:
Deze functie is alleen beschikbaar voor bronnen die op de analoge
aansluitingen zijn aangesloten.
Deze functie werkt niet wanneer u voor digitale invoer hebt
gekozen.
De toon aanpassen
Het is mogelijk om de hoge tonen (treble) en lage tonen (bass) naar
wens aan te passen.
Als u een aangepast uitvoerniveau hebt opgegeven, wordt die door
de ontvanger in het geheugen bewaard.
Voordat u begint...
Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de
onderstaande stappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat
u klaar bent, moet u bij stap 1 beginnen.
ALLEEN op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1. Druk herhaaldelijk op de toets
ADJUST tot de vermelding
“BASS” of “TREBLE” op de
display wordt weergegeven.
Selecteer “BASS” als u het niveau van de lage tonen wilt
aanpassen.
Selecteer “TREBLE” als u het niveau van de hoge tonen wilt
aanpassen.
2. Druk op de toets CONTROL
UP 5/DOWN om het niveau
van de hoge of lage tonen aan te
passen (van +10 dB tot –10 dB).
Elke keer wanneer u op de toets drukt,
wordt het geluidsniveau circa ± 2 stappen
gewijzigd.
L
S.WFR
SPK
ANALOG
R
ADJUST SETTIN
L
S.WFR
SPK
ANALOG
R
32
– SUBWOOFER +
CONTROL
DOWN UP
SOUND
L
SPK
ANALOG
R
L
SPK
ANALOG
R
of
CONTROL
DOWN UP
INPUT ANALOG
INPUT ATT
ADJUST SETTIN
NL08-20.RX-6010&6012R[E]f 2/13/01, 8:28 PM10