![](https://pdfstore-manualsonline.prod.a.ki/pdfasset/9/73/973fa3f4-cc36-4fb0-a5d4-c964f37efa9e/973fa3f4-cc36-4fb0-a5d4-c964f37efa9e-bg1a.png)
24
Regelen van het geluid—RX-E5S/RX-E51B
Met de afstandsbediening:
1
Druk herhaaldelijk op D.EQ FREQ
om de gewenste in te stellen band
te kiezen.
2
Druk op D.EQ LEVEL +/– om het
egalisatiepatroon van de gekozen
band in te stellen.
Instellen van de lage tonen
Versterken van de lage tonen—BASS BOOST
U kunt het niveau van de lage tonen versterken—Bass Boost.
• De instelling wordt voor iedere bron afzonderlijk in het
geheugen vastgelegd nadat u de instelling eenmaal heeft
gemaakt.
B.BOOST ON Kies deze stand om het niveau van de lage
tonen te versterken.
De BASS indicator licht op het display op.
B.BOOST OFF Kies deze stand wanneer u geen gebruik van
Bass Boost wilt maken.
Fabrieksinstelling: B.BOOST OFF
OPMERKING
Deze functie heeft uitsluitend effect op het geluid dat via de
voorluidsprekers wordt weergegeven.
Met de afstandsbediening:
Druk op SOUND en vervolgens
herhaaldelijk op BASS BOOST.
• Door iedere druk op BASS BOOST
wordt de versterking van de lage tonen
afwisselend geactiveerd en
uitgeschakeld.
OPMERKING
Na een druk op SOUND werken de
cijfertoetsen voor het maken van
geluidsinstellingen. Voor het gebruik van
de cijfertoetsen voor bediening van de
gewenste bron, moet u alvorens bediening
eerst op de juiste bronkeuzetoets drukken;
de afstandsbediening zal anders namelijk
niet als bedoeld functioneren.
Verzwakken van het ingangssignaal—INPUT ATT
Het geluid wordt vervormd indien het ingangsniveau van de
analoge bron te hoog is. U moet in dat geval het niveau van het
ingangssignaal verzwakken zodat het geluid niet langer wordt
vervormd.
• De instelling wordt voor iedere bron afzonderlijk in het
geheugen vastgelegd nadat u de instelling eenmaal heeft
gemaakt.
• U kunt deze instelling niet met de afstandsbediening maken.
ATT ON Kies voor het verzwakken van het
ingangssignaalniveau.
De ATT indicator licht op het display op.
ATT NORMAL Kies indien u het signaal niet wilt verzwakken.
Fabrieksinstelling: ATT NORMAL
Kiezen van de geluidsfase voor de subwoofer
—SUBWFR PHASE
U kunt de fase voor de subwoofer indien gewenst veranderen.
• De instelling wordt voor iedere bron afzonderlijk in het
geheugen vastgelegd nadat u de instelling eenmaal heeft
gemaakt.
• Deze instelling kan niet met de afstandsbediening worden
gemaakt.
PHASE NORM. Kies normaliter deze instelling.
PHASE REV. Kies indien de lage tonen met deze instelling
beter klinken dan in vergelijking met “PHASE
NORM.”.
Fabrieksinstelling: PHASE NORM.
OPMERKING
Deze functie heeft uitsluitend effect indien “SUBWOOFER” op
“SUBWFR :YES” is gesteld (zie bladzijde 18).
Instellen van de egalisatiepatronen—
D EQ 63Hz/250Hz/1kHz/4kHz/16kHz
U kunt de egalisatiepatronen in vijf frequentiebanden instellen
(middenfrequentie: 63 Hz, 250 Hz, 1 kHz, 4 kHz, 16 kHz) voor de
voorluidsprekers.
• De instelling wordt voor iedere bron afzonderlijk in het
geheugen vastgelegd nadat u de instelling eenmaal heeft
gemaakt.
Instebereik: –8 (dB) tot +8 (dB) (met stappen van 2 dB)
Fabrieksinstelling: 0 (dB) voor alle banden
• De EQ indicator licht op het display op wanneer u deze
instelling maakt.
Voor een neutraal egalisatiepatroon, dient u alle
frequentiebanden op “0 (dB)” te stellen.
• De EQ indicator dooft van het display.
NL22-24RX-E51B&XV-N310B[E]f.p65 14/1/04, 11:40 AM24